top of page
Events
Dit is een wel heel belangrijk event
21 juni 2020
Nog een heel belangrijk event
21 juni 2020
Nog een heel belangrijk event
21 juni 2020

Onze opdracht

Voorgeschiedenis

 

In 2018 en 2019 vond een ontwikkelfase voor een bijgesteld curriculum plaats onder de naam Curriculum.nu. Dit had als doel een voorstel te doen voor een beter en actueel curriculum voor het primair en het voortgezet onderwijs. Het bijgestelde curriculum moet het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs én het uiteindelijke vervolgonderwijs beter op elkaar doen aansluiten. Ook zou het curriculum de samenhang tussen vakken versterken en de overladenheid van het onderwijsprogramma moeten terugdringen. Het bijgestelde curriculum moet scholen en leraren meer ruimte bieden om eigen keuzes te maken. Alleen dan kan de inhoud van het onderwijs goed aansluiten op de eigen onderwijsvisie en de behoeften van de leerlingen.

 

Onafhankelijke commissie

 

Op 9 september 2020 benoemde de minister een onafhankelijke wetenschappelijke curriculumcommissie. Dit was mede op verzoek van de Tweede Kamer. De Curriculumcommissie adviseert de minister over de vernieuwing van het landelijke curriculum. En over de manier waarop deze vernieuwing vorm moet krijgen. Ook adviseert de commissie over een periodiek systeem voor curriculumbijstelling. Het is de minister die vervolgens aan de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) de opdracht geeft de conceptkerndoelen en -eindtermen te formuleren in samenwerking met leraren en met inhoudelijke experts.

Deze nieuwe conceptkerndoelen en eindtermen worden voordat ze wettelijk worden vastgelegd eerst getoetst in pilots, om te bezien of ze goed werken in de klas en recht doen aan de doelstellingen van het curriculumtraject.

Nieuwe samenstelling

 

Minister Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijsheeft besloten met ingang van 22 juni 2023 twee nieuwe leden te benoemen in de Curriculumcommissie. Het zijn prof. dr. Renée van Schoonhoven en dr. Elwin R. Savelsbergh. Dit was mogelijk omdat na een periode van ruim twee jaar prof. dr. G. (Gert) Biesta en dr. O. (Orhan) Agirdag de Curriculumcommissie hebben verlaten voor een functie bij de Onderwijsraad.

 

Verlenging duur Curriculumcommissie

 

Volgens het Instellingsbesluit moest de commissie in 2023 een eindadvies uitbrengen en nog twee adviestaken vervullen. De planning voor de curriculumherziening is echter veranderd sinds de aanstelling van de Curriculumcommissie in 2020, waardoor er in 2023 nog nauwelijks nieuwe conceptkerndoelen en examenprogramma’s zijn. Om deze reden wordt de duur van de commissie met een jaar verlengd.

 

De commissie wordt nu gevraagd nog twee adviezen uit te brengen:

 

Maart 2024

  • de conceptkerndoelen basisvaardigheden: taal, rekenen/wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid

  • het eigen functioneren met oog op de inrichting van een systeem van periodieke herijking

  • de inrichting van de monitoring van het curriculum.

 

November 2024

  • de eerste tranche bijgestelde conceptexamenprogramma's voor de bovenbouw vo

  • een aantal thema’s die in eerdere adviezen aan de orde zijn geweest.

Opgeleverde producten

Tussenadvies-5

De Curriculumcommissie heeft haar vijfde tussenadvies ’26 maart opgeleverd. Dit advies bestaat uit twee delen. Deel A

‘Kerndoelen in ontwikkeling’ en deel B Curriculumonderhoud organiseren.

Hierin reflecteert zij op de conceptkerndoelen Nederlands en Rekenen & wiskunde en daarnaast op de eigen werkwijze en de monitoring van het curriculum. Dit in aanvulling op haar laatste advies over een systeem van periodiek herijken en de inrichting van een permanent en onafhankelijk college.

 

In deel A concludeert de commissie dat de nieuwe conceptkerndoelen Nederlands en Rekenen & wiskunde voldoen als structurerende leerplankaders. Wel acht de commissie het noodzakelijk dat er nog een aantal bijstellingen worden gedaan. Na vaststelling in het wettelijk kader zouden bijstellingen wat de commissie betreft deel moeten uitmaken van een vaste cyclus van werken met een onderhoudskalender. De commissie richt zich in haar advies op bijstellingen die op korte termijn kunnen worden uitgevoerd èn op bijstellingen die op termijn plaatsvinden. Hierdoor kan worden aangesloten op het nog lopende ontwikkelproces bij de andere leergebieden.

In deel B adviseert de commissie over een systeem van periodieke herijking en constateert:

  • Er is geen kalender met vaste momenten van onderhoud. Bijstellingen gebeuren ad hoc.

  • Het wisselt hoe signalen uit onderwijs, wetenschap, samenleving en/of politiek worden meegenomen in de bijstelling van het curriculum.

  • Veel organisaties zijn betrokken bij onderdelen van curriculumonderhoud, maar er zijn geen duidelijke afspraken tussen de organisaties en er is geen regie op het geheel.

  • Leraren en schoolleiders hebben geen structurele rol in het systeem.

  • Er is weinig informatie over het uitgevoerde curriculum op scholen: wat leren de leerlingen?

Tussenadvies-4

De Curriculumcommissie heeft haar vierde tussenadvies ‘Structuur en regelmaat’ 29 juni 2022 opgeleverd. De commissie stelt vast dat het onderhoud van het curriculum in Nederland niet op orde is. Er is een structuur van periodiek curriculumonderhoud nodig. Een systemische, cyclische aanpak die zorgt voor regelmaat en heldere procedures voor alle betrokkenen. Leraren en schoolleiders moeten ruimte en tijd krijgen om hun curriculumbekwaamheid verder te ontwikkelen. Het is belangrijk hun stem te laten horen in zowel de uitwerking als evaluatie van het landelijk curriculum. De informatie die nodig is voor de besluitvorming over het curriculum heeft meer structuur nodig. De commissie is tot de overtuiging gekomen dat om dit te realiseren de inrichting van een permanent en onafhankelijk college voor het curriculum nodig is. Een college met de taak te adviseren over periodiek curriculumonderhoud en over het functioneren van de curriculumketen.

Tussenadvies-3

De Curriculumcommissie heeft haar derde tussenadvies ‘Examenprogramma’s in perspectief 30 juni 2021 opgeleverd. Hierin reflecteert de Curriculumcommissie op de conceptwerkopdracht aan SLO voor de bijstelling van examenprogramma’s. Zij concludeert dat de werkopdracht hanteerbaar is, na het doen van een aantal aanscherpingen. Ook adviseert de commissie toe te werken naar een gemeenschappelijke architectuur (raamwerk) voor de examenprogramma’s. Zij heeft een toetskader opgesteld dat hierbij kan helpen. Ook zouden examenprogramma’s beter moeten aansluiten bij een breed en gevarieerd curriculum in de bovenbouw. Dit komt gelijke kansen voor alle leerlingen ten goede. De commissie is van mening dat het schoolexamen een prominentere plaats kan krijgen binnen het huidig examenstelsel waardoor een betere balans kan worden gevonden tussen kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming in de eindtermen. Dit komt de kwaliteit van het onderwijs en de toetsing ten goede en biedt ruimte voor een grotere inbreng van leraren en scholen. Niet alle examenprogramma’s behoeven overigens een even grote bijstelling.

Verdiepende studie-1

Samen met het derde tussenadvies heeft de commissie een verdiepende studie ‘Kaders voor kansen opgeleverd. Hierin reflecteert zij op het beoordelingskader kansengelijkheid taal en rekenen dat is opgesteld door SLO. Haar belangrijkste aanbevelingen zijn: Het door SLO opgestelde beoordelingskader functioneert voor de gebieden taal en rekenen, maar dient te worden verbreed naar het hele curriculum. Een dergelijk breder kader voor een curriculum dat kansengelijkheid bevordert kan worden opgebouwd aan de hand van negen criteria. Deze criteria bevatten onder andere het belang van een soepele doorlopende leerlijn, met aandacht voor diversiteit in de formulering van kerndoelen en ruimte voor meertaligheid.

Tussenadvies-2

Op 25 januari 2021 heeft de commissie haar tweede advies ‘Doel en ruimte’ opgeleverd. In het tweede advies adviseert de commissie over de conceptwerkopdracht aan SLO voor het vervolgtraject: het maken van conceptkerndoelen voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Deze kerndoelen moeten zo geformuleerd worden dat ze niet alleen op landelijk niveau het onderwijskader aangeven, maar ook gebruikt kunnen worden in de onderwijspraktijk. Het zou volgens de commissie moeten leiden tot een curriculum waarbinnen ruimte is voor scholen om eigen keuzes te maken afgestemd op de eigen leerlingbevolking. Ook kan zo het eigenaarschap van leraren wordt vergroot. Dit vindt de commissie belangrijke uitgangspunten bij de ontwikkeling van vernieuwde kerndoelen en eindtermen. De commissie benadrukt ook het belang van een toekomstbestendig curriculum en van een voorspoedige voortgang van het ontwikkeltraject.

Verdiepende studie-2

Op 30 november 2021 heeft de Curriculumcommissie een tweede verdiepende studie opgeleverd: Samenhang in het curriculum. Zij adviseert om meer samenhang te creëren door het gebruik van een rationale. De rationale beschrijft waartoe onderwijs dient en wat de onderwijsdoelen zijn. Daarnaast raadt de commissie aan om het maken van het curriculum transparant te doen, zodat steeds helder is op welke wijze onderdelen met elkaar samenhangen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Zo sluiten vakken en leergebieden, leerjaren en schoolsoorten beter op elkaar aan en wordt overladenheid aangepakt. De commissie doet ook de aanbeveling voor de nieuwe leergebieden Burgerschap en Digitale Geletterdheid eigen herkenbare kerndoelen en eindtermen te ontwikkelen.

 

Tussenadvies-1

 

Op 30 november 2020 heeft de commissie haar eerste advies ‘Kaders voor  de toekomst’ opgeleverd.  Dit gaat over de technische en inhoudelijke bruikbaarheid van de voorstellen van Curriculum.nu. De commissie spreekt haar waardering uit voor de voorstellen die leraren, schoolleiders en curriculumexperts hebben ontwikkeld. Dit geldt ook voor de werkopdracht aan SLO. Er liggen goede voorstellen, maar er zijn aanscherpingen nodig. Een belangrijke aanbeveling daarbij is het werken met een rationale als basis voor het verdere ontwikkeltraject. Daarin wordt beschreven wat de verschillende functies van het onderwijs zijn. Het hanteren van een rationale maakt beargumenteerde keuzes mogelijk en bevordert de samenhang binnen het curriculum.

bottom of page